Na de eeuwwisseling beleefde de Ruhrgebied-stad Essen een omwenteling in de Moderne. Verbanden zoals de 'Emschergenossenschaft' of het 'Ruhrverband' vestigden zich in de stad. Vanwege het toenemende aantal medewerkers werden de recreatiegebieden in de buurt van de stad aangelegd en nieuwe woonwijken gebouwd, zoals bijvoorbeeld Margarethenhöhe, één van de eerste voortuinsteden van Duitsland.
Door de verplaatsing van de belangrijke kunstverzameling van Karl Ernst Osthaus van Hagen naar Essen in 1922 ontstond het Folkwang-idee en Essen werd niet alleen de 'Folkwang-stad', maar ontwikkelde zich ook steeds verder tot een opkomend cultureel en artistiek centrum van het industriële Westen en het zwaartepunt van de moderne kunst- en architectuurwereld. Hiertoe bijgedragen hebben de oprichting van de 'Kunstverein Folkwang' in 1924, de eerste ontwerpen voor het Museum Folkwang in 1925 en de samenvoeging van de Folkwang-school voor muziek, dans en taal met de ambacht- en kunstschool tot de 'Folkwangschule für Gestaltung' in 1928.