Elf leuke feiten voor het vijfde seizoen
Antwoorden op de belangrijkste vragen
1 Karneval, Fastnacht of Fasching?
Het verschil in de naam ligt aan de regio: In het Rheinland heet carnaval ook 'Karneval', afgeleid van de Lateinse woorden „carne levare”. Dat betekent zoveel als „het wegnemen van het vlees” en is een aanduiding op de komende vastenperiode. In Baden-Württemberg en in het Rijnlandse Mainz wordt het Fastnacht genoemd en in het Zuiden van Duitsland wordt het doorgaans Fasching genoemd. Het woord „Vaschang” betekent de laatste alcoholconsumptie voor de vastenperiode.
2 Hoe is carnaval terecht gekomen in het Rheinland?
De Romeinen hebben carnaval meegebracht naar het Rheinland: tijdens het feest van de Saturnaliën, één van de belangrijkste vreugdefeesten uit de oudheid, was het niet toegestaan, iets ernstigs of belangrijks te doen. Heren slaven wisselden van rol, alle waren vrolijk, maakten lawaai, dronken, dansten en maakten grapjes.
3 Van 'Nelkensamstag' (carnavalszaterdag) tot 'Veilchendienstag' (vette dinsdag)
In navolging aan de meest bekende feestdag tijdens carnaval, de 'Rosenmontag' (carnavalsmaandag), hebben de overige dagen voor 'Aschermittwoch' (aswoensdag) eveneens een naam gekregen, dat zijn 'Nelkensamstag' (zaterdag), 'Tulpensonntag' (zondag) en 'Veilchendienstag' (dinsdag).
4 'Weiberfastnacht' (carnavalsdonderdag): De 'Möhnen' komen!
Het Weiberfastnacht of Altweiberfastnacht (carnavalsdonderdag) vindt traditioneel plaats op donderdag voor aswoensdag. Dan begint om 11.11 uur het straatcarnaval en bestormen getrouwde vrouwen, de zogenaamde 'Möhnen', de gemeentehuizen, om de mannen volgens oude traditie de stropdas af te knippen en de zeggenschap over te nemen. Als alternatief wordt de 'Weiberfastnacht' ook wel 'Schwerdonnerstag', 'fetter Donnerstag' of 'schmutziger Donnerstag' genoemd. Dat is terug te leiden naar een gebruik van carnaval, waar op deze donderdag de laatste keer voor de vastenperiode werd geslacht en vet gebakken carnavalskoek en carnavalsbeignets werden gemaakt.
5 'Alaaf' of 'Helau'?
De juiste kreet is bijzonder belangrijk. Afhankelijk van de stad en regio hebben de feestvierders verschillende kreten. In Keulen wordt 'Alaaf' geroepen, wat absoluut niet verwisseld mag worden met 'Helau', de kreet van Düsseldorf. Maar er zijn nog tal van andere kreten: in Paderborn wordt bijvoorbeeld 'Hasipalau' geroepen en in Tönisvorst klingt 'Klappertüt' door de straten.
6 Het Bützje (kusje)
Een 'Bützje' is een kusje en tijdens carnaval een teken van plezier en uitbundigheid. Het kleine kusje tussendoor is voor vrienden, goede kennissen en iedereen, die dat nog kan worden - als dankjewel of gewoon zo.
7 'D’r Zoch kütt!' (de optocht komt)
De carnavalsmaandag is het hoogtepunt van de carnavalsperiode en van het straatcarnaval. Dit bestaat al sinds 1823. Hierbij slingeren de kleurig gedecoreerde praalwagens door de steden in het Rheinland. Tijdens de optochten op carnavalsmaandag in Keulen en Düsseldorf worden ieder jaar weer tot wel 450 ton snoep, popcorn en chips gestrooid.
8 'Kamelle' (snoep), 'Strüßjer' (boeketjes) en 'Bützje' (kusje)
De 'Kamelle' (snoepjes) waren vroeger traditionele bonbons, die tijdens de carnavalsoptochten op carnavalsmaandag gestrooid. Tegenwoordig zijn het kauwbonbons, chocolade, pralines en winegums. Wie 'Kamelle' roept, hoopt zodoende op iets zoets en wie 'Strüßjer' roept, wil liever een tulp of anjer vangen. Deze worden echter meestal doelgericht gegooid en vrouwen hebben hierbij de betere kansen. Als beloning krijgt de 'gooier' een 'Bützje' (kusje).
9 Nu is het tijd om in te haken!
Tijdens carnaval wordt graag en veel ingehaakt; en dat met hart en ziel. Als er een liedje te horen is, waarbij je kunt inhaken, wordt de aangeboren en vloeiende beweging samen met de buurman/-vrouw (gewoon inhaken, ook als je elkaar niet kent) uitgevoerd. Het heen- en weer bewegen kun je staand maar ook zittend doen.
10 De 'Hoppeditz' wordt begraven
In de nacht van aswoensdag is het voorbij met het vrolijke feest en begint de vastenperiode. Om zich vrij te maken van de zonden van de laatste tijd, verbranden de mensen uit Keulen een zondebok, de zogenaamde 'Nubbel'. In Düsseldorf daarentegen wordt de 'Hoppeditz', de aartsnar, ten grave gedragen om te treuren dat de mooie tijd voorbij is.
11 Het getal elf
Ieder jaar start op 11.11 om 11.11 uur het carnavalsseizoen. Hierbij zijn er tal van verschillende verklaringen voor de betekenis van het getal elf tijdens de carnaval: In religies is de elf een bijzonder duivels getal. Het is een synoniem voor buitensporigheid en is kenmerkend voor mensen die zich buiten de grenzen van het goede gedrag bevinden. Bovendien is de 11 ook een 'Schnapszahl' (gek getal).