Neder-Germaanse limes in het Rijnland
Natte grens en kiem van urbane centra
Het huidige Unesco-werelderfgoed vormde vroeger de grens tussen het Romeinse Rijk en Germanië. Inmiddels kunnen toeristen aan vele stations langs de grens een vervlogen tijd beleven, historische monumenten ontdekken en meer over het leven van de Romeinen leren. De hoogtepunten van deze tour liggen in Keulen, Xanten en Monheim.
Unesco heeft de Neder-Germaanse limes in juli 2021 als zesde site in Nordrhein-Westfalen op haar lijst van cultureel erfgoed opgenomen. De meer dan 400 kilometer lange riviergrens scheidde vanaf 15 v. Chr. meer dan 450 jaar lang de Romeinse provincie Neder-Germanië van het vrije Germanië. Ze strekte zich uit van Rheinland-Pfalz tot aan de Nederlandse Noordzee en komt overeen met de toenmalige loop van de Rijn. Vandaag nog kan men op het 220 kilometer lange deelstuk dat door Nordrhein-Westfalen loopt, talloze sporen van de Romeinse militaire macht, bouwkunst en uitvindersgeluk uitmaken.
Waar eens voetsoldaten (legionairs) in Romeinse kastelen en legerkampen voor de volgende slag trainden, vertellen vandaag musea op de voormalige grondvesten van de installaties over hun alledaagse bestaan. Waar eens het culturele leven in urbane centra bloeide, handel werd gedreven en werd gewerkt, getuigen vandaag gedenkstenen, stratenplannen en gebouwenresten van een ongelooflijke architecturale prestatie die nodig was om een Romeinse burgerstad met haar attracties te ontwerpen en te onderhouden. De Neder-Germaanse limes is zo van uitzonderlijke historische betekenis voor de ontwikkeling van de stedelijke centra in het Rijnland. Hij speelt een beslissende rol voor de geschiedenis van de deelstaat die aan diens ankerpunten kan worden nagetrokken.
Beheer van de provincie Neder-Germanië
In de Rijnmetropool Keulen die door de Romeinen in 50 na Chr. de hoogste stedelijke rechten ontving en zowel tijdens als na de Romeinse keizertijd nog steeds Colonia Claudia Ara Agrippinensium (CCAA) heette, kunnen geschiedenisliefhebbers een blik werpen op het vroegere stadshouderspaleis (praetorium). Onder de zogenaamde Spaanse bouw in de oude stad worden de sterke grondmuren zichtbaar van het voormalige gebouw, van waaruit de opperbevelhebber en plaatsvervanger van de Romeinse keizer de provincie Neder-Germanië beheerde. Het Römisch-Germanische Museum (nu in zijn tijdelijke verblijf in het “Belgisches Haus” aan de Neumarkt), de Römerturm, de Römische Nordtor en de Romeinse fundamenten van de Keulense Dom liggen niet ver van hier.
Ook de moeite waard zijn de resten van Kastell Divitia-Deutz, die tijdens een rondleiding in de historische keldergewelven van de voormalige abdijkerk Alt St. Heribert kunnen worden bezichtigd. Een bronzen model aan de rechter Kennedy-oever toont bovendien op een aanschouwelijke manier, hoever de vestigingstechniek in de Late Oudheid reeds gevorderd ù, was. De eerste brug voer vanaf 310 over de Rijn. De afmetingen van het centrale steunpunt van de Rijnvloot, dat Kastell Altenburg heette en vanaf 370 in Keulen-Mariënburg lag, kan men zich echter alleen nog afbeelden op basis van bodemvondsten. Hier waren bijwijlen ongeveer 1.000 soldaten gestationeerd en lag een grote scheepsvloot voor anker.
Een beetje verder noordelijk langs de belangrijke rivier, meerbepaald in Xanten, vertelt een heel archeologisch park van het leven in de voormalige havenstad Colonia Ulpia Traiana die van 100 tot 275 na Chr. bestond en een van de grootste militaire vestigingen van Limes was. Hier ontdekken jonge en oudere geschiedenisamateurs aan de hand van waarheidsgetrouwe reconstructies waar eens de stadsmuren, haventempel en het amfitheater lagen. Het LVR-Römermuseum is ingebed in de wonderlijke coulisse van deze archeologische installatie. Het staat op de vesten van de inkomhal van de voormalige stadsbaden, de Basilika Thermarum, en informeert aan de hand van 2.500 objecten – van de legionairsuitrusting tot de waardevolle keramische schalen. Het voortdurend onderzoek van de voormalige Colonia en het militaire kamp Vetera Castra I op de nabijgelegen Fürstenberg telt tot de opdrachten van het expertenteam, dat o.m. bestaat uit archeologen, stedenbouwkundige onderzoekers, historici en restaurateurs.
Een laatantiek militair steunpunt is vandaag museum
In het historische Gutshof Haus Bürgel, dat in het midden van het natuurgebied Urdenbacher Kämpe tussen Monheim en Düsseldorf ligt, is het mogelijk om meer over een voormalige militaire standplaats te leren. Het voormalige Romeinse kasteel omvat als monument met een geschiedenis van meer dan 2.000 jaar, een thematisch aangepast museum dat de geschiedenis van de laat-Romeinse installatie op een begrijpelijke manier ontsleutelt. Bezoekers leren in de acht tentoonstellingsruimtes meer over de bouwtechniek van het 64x64 meter grote kasteel, de scheepsvaart op de Rijn en het verblijf van de gestationeerde soldaten. Rond de oostelijke en zuidelijke muren vinden ontdekkers bovendien een archeologisch buitenpad, waarbij de bestrating de positie van verschillende torens, een poort en de voormalige kasteelbaden aangeeft.
Overige reisbestemmingen, waarbij men meer vertrouwd maakt met de Neder-Germaanse limes, liggen onder andere in Bonn en Neuss. Daar kenmerken de straten van het voormalige militaire kamp “Castra Bonnensia” en “Castra Novaesia” nog het huidige plaatselijke straatbeeld.