Er zit weer leven in de oude machinehallen. Stoommachines worden weer in beweging gezet, historische weefgetouwen ratelen en met een luide knal valt een enorme hamer op een stuk roodgloeiend ijzer. Talrijke in onbruik geraakte industriële complexen en voormalige werkplaatsen in Noordrijn-Westfalen zijn in het verleden omgebouwd tot industriemusea, die populaire bestemmingen voor excursies zijn geworden. Zij vertellen immers over de tijd van de industrialisatie en geven een authentiek beeld van het dagelijkse arbeidsleven van de mensen in de 19e en 20e eeuw. Hier en daar mogen de bezoekers ook zelf een handje toesteken en bij wijze van spreken aan den lijve ondervinden dat vroeger niet alles beter was.
Het dagelijkse fabrieksleven
Het geluid van de machines
Een bijna vier meter hoog stoommachinewiel verwelkomt bezoekers in het Duitse Gereedschapsmuseum Remscheid. Het vliegwiel uit 1907 is de eerste blikvanger van het museum, dat zijn gasten terugvoert naar de tijd van de grote fabrieken. De reis gaat van de tijd van de industrialisatie via de Middeleeuwen en verder terug naar de Bronstijd en de Steentijd. Overigens zult u in het Gereedschapsmuseum geen bordjes “Niet aanraken a.u.b.” aantreffen: veel van de gereedschappen mogen door bezoekers worden aangeraakt en uitgeprobeerd.
www.werkzeugmuseum.org
Knutselaars, onderzoekers en ontdekkers vinden ook in Velbert een plek om te experimenteren. In het Duitse Sloten- en Beslagmuseum wordt niet alleen de 4000 jaar oude geschiedenis van de sluit- en beveiligingstechniek uitgelegd, maar worden de bezoekers ook uitgenodigd om hun eigen handen uit de mouwen te steken bij de hands-on-stations. Het geheim van de farao moet worden ontcijferd aan het schuifslot, en een zeker instinct is vereist bij Romeinse sloten of 17e-eeuwse kassa's.
www.schlossundbeschlaegemuseum.de
Het bonkt en sist. De aandrijfriemen zoemen en de hamer slaat luid op het roodgloeiende ijzer. Wanneer in het Industriemuseum Zadelbloksmeden Hendrichs van de Regionale Vereniging Rijnland het hameren begint, zijn de bezoekers er live bij. Want als een van de weinige musea is de ooit grootste zadelbloksmederij niet alleen volledig bewaard gebleven, maar is zij ook nog steeds een productiefaciliteit voor de museumschaar.
Het soort bestek dat sinds de 19e eeuw in het Bergse Land wordt geproduceerd – van eenvoudige messen tot designbestek van de 21e eeuw – is niet ver van de zadelbloksmederij te zien. In Messenmuseum van Solingen maken bezoekers een wandeling door de geschiedenis van de tafelcultuur. De locatie van het museum is logisch Solingen staat bekend als de “Messenstad” en de herkomstaanduiding “Solingen” wordt internationaal beschouwd als een teken van kwaliteit voor messen van alle soorten. Niettemin worden in het museum messen en bestekken uit de hele wereld tentoongesteld, waaronder historische houten lepels en een Iraans bronzen zwaard.
www.klingenmuseum.de
Plezanter dan in de lawaaierige zadelbloksmederij is het geluid in het Westfaalse Klokkenmuseum in Gescher. Hier kan de bezoeker op eigen houtje de muziekkamer ontdekken en experimenteren met tonen en klankontwikkeling of tijdens rondleidingen luisteren naar hoe verschillende klokken worden aangeslagen. In de zogenaamde klokkenkuil kunnen bezoekers zien hoe klokken in de gieterij worden gemaakt.
www.gescher.de
Fijne stof
Het begin van de textielindustrie
Het was de eerste fabriek op het Europese continent: direct gelegen aan het riviertje de Anger en ingebed in een oud Engels landschapspark in Ratingen, de Cromford katoenspinnerij, een van de oudste bewaard gebleven industriële installaties in Duitsland. De spinnerij werd in 1783/84 opgericht door de Wuppertaalse koopman en ondernemer Johann Gottfried Brügelmann en staat vandaag voor het tijdperk van de vroege industrialisatie in het Rijnland. Voor de bezoekers van het LVR Industriemuseum zet het grote houten waterrad de getrouwe replica van de eerste volledig mechanische spinmachine (“Water Frame”) in beweging.
Het wordt ook rumoerig wanneer in het LVR Industriemuseum Stoffenfabriek Müller in Euskirchen, de historische weefgetouwen in beweging worden gezet. Bezoekers kunnen live zien hoe machtige kaardmachines wol kammen en filigranen spinmachines een fijne draad garen vormen. En het lijkt erop dat de arbeiders van weleer slechts een korte pauze hebben. Want in de machinehallen is alles nog zoals het was in 1961, toen stoffenfabrikant Kurt Müller de machines stilzette en de deuren van zijn eens zo bloeiende fabriek in Euskirchen op slot deed. Van de scheurkalender tot de koffiemok tot aan het recept voor een verfoplossing dat Ludwig Müller er meer dan 60 jaar geleden met krijt opschreef.