LVR-In­du­strie­mu­se­um Pe­ter-Behrens-Bau

90 me­ter lang, ze­ven ver­die­pin­gen. 1.000 ton staal om­man­teld door mas­sief met­sel­werk: in op­dracht van de Gu­te­hof­f­nungs­h­üt­te groep (GHH) ont­wierp in­du­stri­eel ont­wer­per en ar­chi­tect Pe­ter Behrens in 1920 een ge­bouw dat van­daag de dag zijn naam draagt en een van de ico­nen van de Bau­haus-ar­chi­tec­tuur in het Ruhr­ge­bied is. Sinds 1998 is het Pe­ter Behrens-ge­bouw in Ober­hau­sen het cen­tra­le de­pot van het LVR In­du­strie­mu­se­um. Een per­ma­nen­te ten­toon­stel­ling op de vijf­de ver­die­ping, die open is voor het pu­bliek, geeft een over­zicht van het ar­tis­tie­ke werk van een van de be­lang­rijk­ste Duit­se ar­chi­tec­ten en pi­o­niers van mo­dern de­sign. Daar­naast zijn er re­gel­ma­tig wis­se­len­de spe­ci­a­le ten­toon­stel­lin­gen.

Op het eerste gezicht is er niet veel veranderd: Honderden dozen en laden staan op een rij in de lange gangen van de schappen, netjes gecatalogiseerd en klaar voor gebruik. Dit is hoe het was vanaf het midden van de jaren 1920, toen de GHH-groep alle reserveonderdelen en verbruiksartikelen die nodig waren voor zijn activiteiten opsloeg in het gebouw aan de Essener Straße, van schroeven tot binnenbanden voor fietsen tot schrijfpapier. Vandaag de dag worden hier bewijzen bewaard van de Rijnlandse industriële en sociale geschiedenis van de late 18e eeuw tot nu. Van de beschermende jas van de staalarbeiders tot het kreukvrije mannenpak en van het vriendschapskaartje tot het tekort aan vers linnen.

In totaal zijn er 350.000 objecten opgeslagen in het imposante industriële monument, bij het ontwerp waarvan Behrens strikt de vormentaal van het Bauhaus en de Nieuwe Zakelijkheid volgde. De collectie is onderverdeeld in zes categorieën. De textielcollectie richt zich op alledaagse kleding. Sommige stukken, zoals katoenen jurken uit de late 18e en vroege 19e eeuw, zijn vandaag de dag zeer zeldzaam. Het contrast wordt gevormd door schitterende avondjurken, die ook in het depot worden bewaard. ”Von Rechnungen und Liebesbriefen” is de titel van de papiercollectie van het LVR Industriemuseum. De objecten daar – van eenvoudig schrijfpapier tot noedelwikkels – laten zien hoe het gebruik van papier veranderde met het begin van de industriële productie. De kunststoffencollectie, die de Kunststoff-Museums-Verein in permanente bruikleen heeft gegeven aan het LVR-Industriemuseum, is uitgegroeid tot 20.000 objecten en bevat ook designklassiekers zoals de ”Bobby Car” of de zogenaamde Panton Chair van de Deense ontwerper Verner Panton.

Daarnaast is in het Peter Behrens-gebouw, dat in de directe nabijheid ligt van het grootste winkelcentrum van Europa, het Westfield Centro, het industriële monument Gasometer en de Ludwiggalerie Schloss Oberhausen, de collectie ”Metallwaren und Maschinen” ondergebracht met voorwerpen uit de messen- en kolen- en staalindustrie en – voor de nostalgici – de collectie ”Alltagskultur”. ”Jonge projecten en oude schatten” worden in de fotocollectie naast elkaar gezet. Een collectie binnen deze collectie legt ook een link naar de plaats waar ze is opgeslagen: Dankzij een vondst in de inventaris van het woon- en kantoorgebouw van de ijzerfabriek St. Antony in Oberhausen-Osterfeld, de kern van de staalindustrie in de regio, is het LVR Industriemuseum al bijna 20 jaar in het bezit van het negatiefarchief van de afdeling bedrijfsfotografie van de Gutehoffnungshütte. Het bevat onder andere ongeveer 15.700 glasnegatieven uit de periode tussen 1880 en ongeveer 1960.