Het Hermannsdenkmal wordt omgeven door het idyllische landschap van het Teutoburger Woud, © Tourismus NRW e.V.

Berg­op in het land van Her­mann


Ont­dek­kin­gen in het Teu­to­bur­ger­woud

Of ik al eens in Detmold was? Ik weet het niet precies. Waarschijnlijk wel, met school. Een klasuitstap naar het Hermannsmonument. Mogelijk. Maar dat is al lang geleden. De vreugde is des te groter als ik die morgen voor mijn driedaagse kortvakantie naar de Oost-Westfaalse cultuurstad vertrek. Naast Duitslands hoogste monument staan natuurlijk ook de sagenrijke Externstenen op mijn agenda. En uiteraard een wandeling. Tot slot geldt het Teutoburgerwoud als een van de mooiste wandelregio’s in Noordrijn-Westfalen. En vooral in de herfst wanneer de bladeren van de bomen roodbruin kleuren en de ochtendnevel langzaam wegtrekt. Indian Summer in Westfalen.

Elf van de kasteelkamers zijn te bezichtigen tijdens een rondleiding, © Anja Luckas

Alleen al de tocht is een reis waard. Omdat ik geen haast heb, bespaar ik me het laatste stuk autoweg en rijd doorheen het platteland naar Detmold. Al snel worden de herfstbossen altijd maar dichter. Ze strekken zich uit links en rechts op de hoogten van het Teutoburgerwoud. Ergens daarachter ligt mijn doel. Als ik het bereikt heb, wacht al meteen de eerste positieve verrassing. Het charmante hotel Lippischer Hof, ondergebracht in een voormalige koninklijk Kavaliershaus ligt direct aan de rand van de voetgangerszone in de middeleeuwse stadskern. Het kan nauwelijks centraler. Ik ga meteen op pad. Begeleid door Casanova’s woorden die in grote letters op de wand van mijn kamer staan geschreven: „Wie slaapt, zondigt niet – wie eerst zondigt, slaapt beter.“ Wat een deugniet, die daarbij aan iets slechts denkt ...

Detmold is een cultuurstad met een lange geschiedenis. De gids belooft me al meer dan 700 monumenten. Het classistische stadhuis en de verlosserskerk vormen het centrum. De echte parel verbergt zich in het park daarachter: het koninklijk residentieel paleis in de stijl van de Weserrenaissance, dat vandaag nog door de koninklijke familie zur Lippe wordt bewoond. Ik heb geluk en kan meteen aansluiten bij een rondleiding doorheen de vorstelijke muren. Bernhard VIII heeft het midden in de 16e eeuw laten bouwen, leert ons kleine groepje tijdens de rondgang door het Rode Salon in Italiaanse stijl dat vandaag dienst doet als burgerlijke stand, en door de witte Elisabethzaal, die vroeger voor vrouwen was voorbehouden. Elf van de in totaal 120 kamers, die zich achter de dikke muren en de grote ronde toren verbergen, kunnen tijdens een rondleiding worden bezocht. Daaronder ook de schatkamer en de grote koningszaal met grote wandtapijten ter ere van Alexander de Grote.

In het oude centrum van Detmold zijn er prachtige gevels, © Anja Luckas

Na zoveel geschiedenis laat ik mij op de terugweg naar het hotel een beetje meevoeren. Ik slenter door smalle steegjes langs het Friedrichstaler kanaal, waarin de treurwilgen worden weerspiegeld. Historische vakwerkhuizen, waarin zich vandaag kleine winkeltjes, bistro’s en cafés bevinden, staan hier zij aan zij naast elkaar. Bijna vergeet ik de tijd als de schemering zich langzaam inzet. Tijd voor het diner.

Strates Brauhaus ligt midden in de binnenstad, in het tweede oudste vakwerkhuis (anno 1550) van de stad. Het geroezemoes dringt naar buiten. Deze avond zit het vol. Buurtbewoners en toeristen, zakenlui en gezinnen ontmoeten elkaar na het werk in deze rustieke traditionele Detmolder herberg. Ik besluit me te laten meevoeren en word door de ober onmiddellijk vriendelijk begroet. Ik wil weten of ”Pickert”, een soort Oost-Westfaals aardappelpoeder dat met leverworst, boter en ahornsiroop wordt geserveerd, alleen maar een voorgerecht is. ”Nee, daarna bent u beslist voldaan. Geloof mij maar”, belooft de ober mij. Daarbovenop komt nog wat biergeschiedenis. Dus een Pickert, en een glas van het huiseigen Thusnelda-bier. Gezondheid! Ondertussen vraag ik mij af wie die Thusnelda eigenlijk was. De flyer van het Hermannsmonument vertelt het mij. Zij was Hermanns grote liefde. Misschien ontmoet ik ze morgen wel.

Dag 2: Vandaag heb ik mijn avondmaal meer dan verdiend. In de late namiddag geeft mijn stappenteller al 31.573 stappen aan. Dat doe ik anders niet eens in vijf dagen! Dus trakteer ik mezelf op iets speciaals om de dag te vieren. Jan's restaurant is maar een paar stappen verwijderd van mijn hotel in het Detmolder Hof. Dit voorjaar nog kreeg Jan Diekjobst een Michelinster voor zijn culinaire kunsten. Het is maar goed dat ik op tijd gereserveerd heb. Ik krijg een tafeltje vlak naast het "keukenraam" en kan niet alleen Lippisches Wintergemüse en het roze gebraden hertenzadel met pompoen en tonkabonen proeven, maar ook de meester aan het werk zien.

Het driegangenmenu in een stijlvolle ambiance is de perfecte afsluiter van een bewogen wandeldag die uren eerder begon in de vroege ochtendmist. Dus laten we even terugspoelen. Ik ben vol goede moed als ik 's morgens vertrek om naar Hermann, zoals ze het beroemde monument hier noemen, te worden gebracht. De weersvooruitzichten zijn nog steeds goed en de rugzak zit vol met alles wat ik nodig zal hebben. Ik heb eten bij me, genoeg drinken en natuurlijk de fotocamera. Voor de zekerheid neem ik ook een regenjas en een hoed mee. Je weet maar nooit.

Verschillende trappen leiden naar de Hermannsdenkmal, © Tourismus NRW e.V.

Er is nog niet veel aan de hand wanneer de taxi de parkeerplaats onder het monument opdraait. De wijzers van de klok bij het VVV-kantoor staan even voor tienen, terwijl het in New Ulm (Minnesota) nog midden in de nacht is. Een klein welkomstgevaar voor de Amerikaanse gasten, zoals de vriendelijke dame aan de balie me uitlegt. Want het "kleine broertje" van Hermann, het Hermann Heights Monument, staat al sinds 1897 in de Amerikaanse staat. Maar nu wil ik eindelijk het origineel zien, dat met een totale hoogte van precies 53,46 meter het hoogste standbeeld van Duitsland is en het herkenningspunt van een hele regio. Het duurde bijna veertig jaar voordat het in 1875 eindelijk in gebruik kon worden genomen en sindsdien is het een van de populairste bestemmingen van het land. En niet alleen voor schoolklassen. Dus ben ik hier eerder geweest? Maakt niet uit.

Slechts enkele gezinnen met kinderen vergezellen mij op weg naar de sokkel en dan de grote trap af om het beeld van de zegevierende held van de Varusslag in al zijn grootsheid te aanschouwen. Trots strekt hij zijn lange zwaard uit naar de hemel, die vandaag helaas wat nevelig is. Toch wil ik natuurlijk naar de top. Het is 70 treden omhoog naar de koepel, vanwaar reizigers bij goed weer over het Teutoburgerwoud tot Bielefeld en Herford kunnen kijken. Ik krijg tenminste een idee van het spectaculaire uitzicht dat hier geboden wordt. Ik zal gewoon nog eens terug moeten komen.

  • Natuurlijke stukken zijn te zien in de prachtige stad Detmold, © Anja Luckas
    Het prinselijke woonpaleis in Detmold wordt nog steeds bewoond door de prinselijke familie zur Lippe, © Anja Luckas
    In Strates Brauhaus is er Thusnelda-bier, © Anja Luckas
  • Jan Diekjobst kreeg een Michelinster voor zijn culinaire kunst, © Anja Luckas
    De onderbouw van het Hermann-monument bestaat uit grof uitgehouwen zandsteen, © Tourismus NRW e.V.
    Sterrenkeuken wacht op reizigers in Jan's Restaurant, © Anja Luckas

Beneden neemt een groep jonge Engelsen selfies van zichzelf en van Arminius, die hier volgens de legende de Romeinen op de knieën kreeg. 9,5 kilometer en drie uur later zal ik ze weer zien. Want na de afdaling begint mijn echte missie voor vandaag: een wandeling over de Hermannshöhen, een van de top trails van Duitsland. Ik heb een deel van etappe 9 gepland, die wordt beschouwd als het meest spectaculaire deel van de 226 kilometer lange Hermanns- und Eggesweg. De route voert over de bergkam van het Teutoburgerwoud langs de Externstenen, de 70 miljoen jaar oude rotsformaties die sinds mensenheugenis onderwerp van mythen en legenden zijn. Dat is precies waar ik heen wil.

De Externsteine ​​​​zijn ingebed in een prachtig natuurlijk decor, © Max Fischer @iamarux

Dus ga ik op pad, altijd de witte H op een zwarte achtergrond volgend. De paden zijn goed onderhouden, soms smal, maar voor het grootste deel zeer gematigd, zelfs voor onervaren wandelaars zoals ik. Dat er intussen lichte motregen valt, merk ik nauwelijks. Het loof van de hoge bomen, waarvan de regendruppels afrollen, zijn te dicht. Maar misschien zijn het gewoon de zweetdruppels die van tijd tot tijd van mijn voorhoofd druipen. De klim is steiler dan verwacht. Noch het een, noch het ander stoort me. Integendeel. Zelden ben ik zo ver verzonken geweest in gedachten als hier, midden in de rust en afzondering. Zelden ben ik me zo bewust geweest van de natuur als nu, nu ik voor het eerst paddenstoelen in levenden lijve zie, of mijn eigen voetafdrukken in de vochtige bosgrond bekijk. Ben ik dat echt...?

Dus ik zou kunnen zeggen dat het pad het doel is. Dat is het beslist ook. Maar als de Externstenen plotseling voor me opdoemen, is het pad bijna vergeten. Telkens weer vroeg ik me af of ze doen wat ze beloven. Ja! Dat doen ze wel. De aanblik van de miljoenen jaren oude, deels bizarre zandsteenrotsen, die tot 40 meter de lucht in rijzen, is geweldig. Omgeven door een vijver waarin de herfstkleurige bomen worden weerspiegeld. Ik kan het dus niet laten om mijn hoogtevrees te overwinnen en ook de Externstenen via de steile trap te "beklimmen". Ik wil dit uitzicht van boven niet missen. Ook al ben ik blij binnenkort weer "vaste grond" onder mijn voeten te hebben. Nog een laatste foto, ik heb er vandaag al een paar dozijn genomen, en de dag loopt stilaan ten einde. Maar ik heb nog een afspraak vandaag. En zoals ik al zei, ik heb mijn avondmaal in Jan's restaurant verdiend.

De dieren in de Adlerwarte Berlebeck spreiden majestueus hun vleugels, © Anja Luckas

Ik moet toegeven dat ik niet alleen hoogte-, maar ook vogelvrees heb. Of liever, laten we zeggen respect. Een bezoek aan het adelaarreservaat Berlebeck is dus perfect voor de laatste dag in Detmold. Dat denkt trouwens ook dierentuinverzorger Jonas Feist, die ons vandaag welkom heet op de grote vliegshow en vraagt of iemand bang is. Ik meld me netjes. Als enige. Dit gaat leuk worden. Later vliegen de twee zeearenden Donald en Lincoln inderdaad pijlsnel heel dicht boven mijn hoofd. Maar woestijnbuizerd Pinkie, "onze acclimatisatievogel", vindt gelukkig een ander kapsel om op te landen. Het gejuich op de tribunes is geweldig. Vooral de kinderen amuseren zich wanneer een ietwat vliegluie gier het liefst te voet door de rijen loopt, terwijl hun menselijke begeleider veel weet over het leven van de trotse dieren. Bijvoorbeeld dat de vrouwtjes, zoals de vrouwelijke woestijnhaviken worden genoemd, groter zijn en meer kracht hebben dan de mannetjes (tercets). Of dat gieren ervoor zorgen dat "de wereld schoon blijft".

In totaal leven er 180 verschillende roofvogelsoorten in het adelaarsreservaat, waaronder een alpencondor, een arend en de bende van de gepensioneerden. De dagelijkse vliegshows, waarbij de valkeniers de dieren tot topsnelheden animeren, zijn natuurlijk het hoogtepunt. Maar in de eerste plaats is het adelaarreservaat Berlebeck een soortbeschermingsproject dat ook gewonde en verweesde roofvogels opvangt. Overigens had ik een paar van de luchtacrobaten waarmee ik hier nu oog in oog kom te staan, de dag tevoren al van een afstand gehoord. Tijdens mijn wandeling op de Hermanshöhen. Het zal beslist niet mijn laatste zijn geweest. Maar voor vandaag eindigt mijn kleine excursie hier in een schijnbaar andere wereld. Het Teutoburgerwoud

Auteur: Anja Luckas – Als zaakvoerder van haar eigen mediakantoor is Anja Luckas al vaak in DeinNRW op weg geweest – het liefst brengt de journaliste verslag uit over thema’s die reizen en cultuur verbinden. 

  • De klim naar het uitkijkplatform vereist fysieke fitheid, © Tourismus NRW e.V.
    Anja Luckas neemt een kijkje op de Externsteine, © Anja Luckas
    Bruggen leiden van stenen pilaar naar stenen pilaar, © Tourismus NRW e.V.
  • Het uitzicht vanaf het uitkijkplatform reikt ver over de boomtoppen, © Tourismus NRW e.V.
    Jonas Feist is dierenverzorger bij de Berlebeck Eagle Observatory, © Anja Luckas
    In de Adlerwarte Berlebeck komen reizigers heel dicht bij de dieren, © Anja Luckas