Diep in het Teutoburgerwoud
Op afgelegen paden door het bos
Vandaag moet je vroeg uit de veren. Voor alle andere mensen aankomen. Als het nog heel stil is, de vroege nevel nog boven de plassen hangt en dauw op de bladeren ontstaat. De sfeer is een beetje geheimzinnig. Maar als de nevel verdwijnt, de eerste vogels beginnen te fluiten en je vrij zicht hebt op de grote heidevlakken, ben je toch verbaasd. Een gigantisch veenlandschap middenin het Teutoburgerwoud. Houten vlonders lopen er midden doorheen. De grassen ruisen. En een beetje verborgen broeden ooievaars.
Wie had gedacht dat er een dergelijk uniek landschapsgebied juist in een regio kan worden ontdekt, die niet heide maar juist bos in zijn naam draagt. En dat is niet zomaar. Het oosten van de deelstaat is dicht bebost en behoort tot de populairste wandelregio's. Alleen al 30 kwaliteitspaden slingeren door de loof- en gemengde bossen. Er zijn bekende paden zoals de Hermannsweg. Maar ook tal van afgelegen paden, waarop meestal niet veel wandelaars onderweg zijn en die spannende verrassingen bieden. Want in het Teutoburgerwoud zijn tal van cultuur- en natuurschatten evenals indrukwekkende monumenten te vinden, die zich over de dalen vlijen en 's avonds in een zacht licht worden gedompeld. Over de betoverende uitzichten op de regio, die steeds weer onderweg te zien zijn, hoeven we helemaal niet te beginnen.
Zowel wandelaars maar ook fietsers kunnen genieten van de sportieve varianten over de toppen van het Egge- en Wiehengebergte, waar ook al de oude Romeinen onderweg waren. Er zijn korte rondlopende routes en themapaden door de dalen langs de rivieren Weser, Ems en Lippe. Historische vakwerkdorpen en steden met prachtige badarchitectuur nodigen daarentegen uit om te flaneren, terwijl kleine ontdekkers op belevenispaden kunnen spieden of ze een vos of een das kunnen zien. Maar een echte beer zullen ze daarbij zeker niet ontmoeten. Die leven, tenminste in het Teutoburgerwoud, in de dierenparken samen met de Alpen-marmotten, wisenten en ezels.